in één kleur bruin waren uitgevoerd. Waren de
teekeningen in kleuren, dan werden deze in den regel
„uit de hand" de z.g. handkleur daarop aange
bracht. Het was voor vele prentkunstenaars een zeer
aantrekkelijk procédé, doch een zeer moeilijk. Zij ver
langt een rijke ervaring en een onvoorwaardelijke toe
wijding. Enkele Nederlandsche meesters hebben inder
daad eenige geslaagde proeven geleverd. Willem van
Senus 1772-1851), een verdienstelijk kunstenaar,
is o.m. medewerker geweest aan een uitgave „Tableaux
des principales vuesdes Pays-Bas", in 1824 ver
schenen, waarin zeer prijzenswaardige aquatinten van
zijn hand. Naast hem werkte Louis Portman (1772-
na 1823) aan een „Reis door Holland in het jaar
1806", dat eveneens met voortreffelijk uitgevoerde il
lustraties in het nieuwe procédé was voorzien. Ook
Evert Maaskamp (1769—1834) heeft in ditzelfde werk
mooie prenten geleverd.
Het boek is echter niet de geëigende plaats voor de
aquatint. Haar terrein is dat van de wandplaat en daar
in komt zij tot haar volle ontwikkeling. Een prachtige
serie wandplaten, gezichten in Amsterdam, is die van
F. C. Bierweiler, een graveur, die van 1803-1818 in
Amsterdam heeft gewerkt. Het zijn platen van groote
afmetingen, geestig gestoffeerd en met veel smaak in
kleuren uitgevoerd. Een dergelijke serie, Utrecht be
treffende, heeft Willem Hendrik Hoogkamer (overl.
1864) gemaakt, in één kleur gedrukt en zeer kunstzin
nig bewerkt. Voor het overige werden vele aquatinten
in het buitenland, met name in Engeland, uitgevoerd.
Het schijnt, dat de houtsnede door geen van de kunste
naars uit die tijden als hoofdzaak werd beoefend. Een
enkele maal hebben zij zich bij gelegenheidsgeschriften
er van bediend. Groote werken in dit procédé uitge
voerd, zijn niet verschenen. Zij kennen o.m. een aardige
houtsnede van Cornelis van Noorde (1731—1795), die
ons een kijkje in Monnikendam te zien geeft.
De etskunst werd nog steeds bedreven door de oudere
119