In 's-Gravenhage en Leiden werkte Paul Constantin La Farque (1729—1782) en teekende daar en in de om geving zeer uitvoerige tafereelen, die in groote forma ten zijn geëtst en veelal als wandplaten bedoeld waren en ook als zoodanig gebruikt werden. Zijn wijze van etsen is zeer fijn en fraai en zijn prenten, met titels en opdrachten in sierlijk letterschrift voorzien en met familie- of stadswapens georneerd, waren toentertijd een zeer gewild bezit. Het stadsgezicht als wandplaat heeft in dien tijd grooten opgang gemaakt. Soms ver schenen zij in series van twee of vier verschillende tafereelen van een stad. De belangstelling voor stad en land en voor de prent met het stadsgezicht, gebouwen, landhuizen, buiten verblijven is wel zeer groot geweest. Inderdaad schijnt men met die prenten zich inderdaad te hebben „ver maakt", wat ook de uitgevers bedoelden. Toen straat verlichting nog onbekend was en men genoodzaakt was zich thuis te amuseeren, bezichtigde men deze in de avonduren van de lange winters. Men bediende zich daarbij gaarne van een instrument, de optica geheeten, een lens van plm. 20 cm middellijn op een voet, met daarachter een eenigszins hellend spiegelglas. Op de tafel en onder den spiegel werd de prent gelegd en door de lens zag men het tafereel als een groot beeld voor zich. Die optica-prenten waren altijd verbeeldin gen van steden, Nederlandsche en buitenlandsche, van zalen in paleizen, tuinen en parken, enz. Zij waren zoo gecomponeerd, dat er een sterke diepte-werking ont stond, waren daarbij uit de hand gekleurd en een en ander was een zeer onderhoudend en dikwijls ook leerzaam kijkspel. Na de uitvinding der fotografie - 1839 werd de optica verdrongen door de stereoscoop. Heden ten dage heeft het „journaal" van de bioscoop hun taak overgenomen. Optica-prenten zijn in zeer groote getale verschenen, meest buitenlandsch werk. Dikwijls werd de tekst in spiegelbeeld onder de plaat gegraveerd en was dus in den spiegel gewoon te lezen. 116

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 129