In de 17de en 18de eeuw was de toestand anders.
Toen reden koetsen af en aan tusschen Amsterdam
en Utrecht, op het water was een druk verkeer van
trekschuiten en particuliere jachtjes, die de vele
buitenplaatsbezitters en hun gasten naar het
platte land brachten of terug naar de stad, waar
zij hun zaken hadden. Toen begrensde één aan
eengesloten rij van prachtig aangelegde landgoe
deren de beide oevers van de rivier. Zóó talrijk
waren de buitenplaatsen, dat het onmogelijk is,
ze allen binnen het kader van dit boekje op te
noemen. Beperking is noodzakelijk. Daarom wor
den hier alleen buitens en kasteelen besproken, die
tegenwoordig nog bestaan. Ofschoon in den loop
der tijden veel schoons en belangrijks in de Vecht
streek is verdwenen, is er meer dan genoeg over
om met deze beperking een deel in de „Heem
schutserie" te vullen. Bovendien, de behandeling
van hetgeen nog bestaat leeft uit den aard der zaak
meer voor den lezer dan een bespreking van ver
dwenen gebouwen en tuinen.
Moge dit werkje ertoe bijdragen, dat velen de
schoonheid van de Vechtstreek zullen gaan genieten t
8