plaats Bijdorp bij Loenen worden vermeld. Het heeft nog min of meer een stedelijk allure. De ver diepingen van het smalle huis het is slechts drie vensters breed zijn hoog opgetrokken, tè hoog, want de voordeurpartij is daardoor wel zeer gerekt geworden. Ook de versiering van het middenraam der verdieping herinnert nog sterk aan de Lodewijk XlV-omamentiek van de groote stad. Gedrukter, provincialer van vorm was Raad- hoven te Maarssen. Het komt reeds voor op een in 1660 bij Jacob Colom te Amsterdam uitgegeven kaart van een gedeelte van de heerlijkheid van Maarsseveen, gegraveerd door Julius Mulhuijsen. Raadhoven was vijf vensters breed. Boven de smal le gootlijst verhief zich hier geen statig wolf dak, doch een bescheiden zadeldak, de dakvorm, die bij de boerenwoningen in de Vechtstreek dikwijls werd toegepast. De provinciale vorm van het stadshuis-buiten heeft den ontwikkelingsgang van het groote voor beeld gevolgd. Halverwege de 18de eeuw ontstond in heel West Europa een nieuw gevoel voor de natuur, voor licht, lucht en zon. Het voorbeeld werd door Frankrijk gegeven. Daar was het pa triciërshuis al sedert het begin van de 18de eeuw georienteerd geweest op den er achter gelegen tuin. Openslaande deuren gaven toegang van de kamers naar buiten, tot terrassen en tuinen. De ramen 59

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 67