licht boven de deur een anderen vorm kregen. Aan de straatwegzijde werd het huis omstreeks 1755 zeer vergroot. Achter de aan de rivier gelegen fa^ade werd een groot middenstuk opgetrokken, aan weerskanten een blind raam breeder dan het oorspronkelijke huis, doch minder diep. Aan de westzijde stak daardoor de oude gevel naar voren uit. Deze werd naar den straatweg verlengd met een vleugel, die twee ramen diep was en iets smaller dan het oorspronkelijke gebouw. De nieuwe voor kant die op deze wijze ontstond, werd door verti cale banden in drie vakken verdeeld. Zij kwam te liggen direct aan den vijver, die reeds in het begin van de 18de eeuw bestond. Deze middenpartij bevatte, boven drie ramen van een onderhuis, een hooge openslaande deur, gevat in rijk ornamentwerk en toegang gevende tot een balkon boven den vijver, benevens twee lange, onversierde vensters. Bo ven deze waren vierkante blinde ramen aange bracht, die als tegenwicht moesten dienen voor de vensters van het onderhuis. Terzijde omsloten twee zware geblokte banden van natuursteen den gevel, die bekroond werd door hekwerk in den stijl van den tijd. Een ingewikkeld systeem van verbouwen dus, waarbij de gevonden oplossing niet volkomen geslaagd genoemd kan worden. Gecompliceerder nog was de verbouwing van Rupelmonde. Het oude huis was bij uitzonde ring gebouwd volgens het smalle hooge stads huis-type, een vorm, die zeer slecht voldeed op 55

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 63