bakkerij doet het laatste vermoeden zonder het
eerste uit te sluiten. Pas tien jaar later heeft zijn
zoon, de bekende burgemeester en gezant Joan
Huydecoper, op deze plaats het huis Goudestein
gesticht.
Vaker echter zijn de buitenplaatsen aangelegd
op terreinen waar niet eerder een boerenhofstede
had gestaan. Het is dan ook opmerkelijk, hoe weinig
oude namen men bij de Vecht-buitens aantreft.
Bij het geven van namen aan hun nieuwe bezit
tingen hebben de Hollandsche kooplieden weinig
fantasie betoond. Bij voorkeur maakte men sa
menstellingen met het woord „Vecht". Hiervan
getuigen Vechtvliet, Vechtleven, Vechtestein,
Vechtoever, Vecht-en-Hoff, Vechtstroom, Vecht-
wyk, Vechtzicht, Geestevecht, Groenevecht, Oos-
tervecht en Zwanevecht, Slangevecht, Leeuwen-
vecht. Ook wel verwerkte men zijn eigen familie
naam tot een min of meer passende benaming
voor een landgoed; zoo was Kickesteyn genoemd
naar de familie Kick (later werd de plaats ver
doopt in Wallestein), Voortwijck naar de familie
Van der Voort, Limburgh naar de weduwe Lim-
burgh, Hunthum naar Pieter Hunthum, Realen-
eiland naar de Realen, Aux Brebis naar het Am-
sterdamsche geslacht Aux Brebis, Ouderhoek, Mid-
delhoek en Nieuwerhoek alle drie naar de familie
Van Hoek. Tenslotte kon ook de situatie ter plaat
se of een bepaald onderdeel van het landgoed tot
een benaming leiden. Voorbeelden hiervan zijn
35