delijke gewesten. De inname van Antwerpen door
den hertog van Parma in 1585 had de Staten der
Zeven Provinciën ertoe gebracht de Schelde te
sluiten. Hiermee was de groote positie van de las
tigste en laatste mededingster voorgoed gefnuikt.
De weg voor de beheersching van de wereldmarkt
lag open voor de republiek en in de eerste plaats
voor de stad Amsterdam. Enorme winsten werden
weldra behaald, vooral in de vaart op Oost-Indië.
Zóó groot werden de verkregen inkomsten, dat de
handel zelf op den duur niet voldoende beleggings
objecten voor het verdiende kapitaal bood. Al
spoedig, omstreeks 1600, zagen onze kooplieden
uit naar andere mogelijkheden om hun geld ren-
deerend te maken. Eén van de middelen daartoe
waslandaankoop. In den loop van de 17de eeuw ging
een groot gedeelte van de weide- en bouwgrond in
Holland en Utrecht over in handen van stedelijke
patriciërs. Ook huizen werden een geliefd object.
Een aantal kasteelen was nog steeds in handen
van adellijke families, meestal leden van den lagen
adel, die, in tegenstelling tot den hoogen, dikwijls
tot het protestantisme waren overgegaan en zich
bij de opstandelingen hadden aangesloten. Deze
heeren hadden van ouds hun bestaan gevonden in de
opbrengst van hun grondbezit of in den krijgsdienst,
een meestal weinig loonend bedrijf. Hun inkomsten
waren bescheiden in vergelijking met de geweldige
sommen die de 17deeeuwsche kooplieden in korten
tijd verdienden. Hierdoor geraakten de edelen ten
31