Op ongeveer gelijke wijze als het Muiderslot,
doch met wat meer woonruimte, was het kasteel
te Zuilen aangelegd. Het dateert uit omstreeks
1300. Het vierkante binnenplein was aan drie zij
den door woonvertrekken omsloten. De hoeken
waren, evenals bij het Muiderslot, versterkt met
torens, doch kleiner van afmetingen dan die te
Muiden. Een zware poort beschermde den toegang.
De geschiedenis van het Huis te Zuilen verschilt
zeer van die van het Muiderslot. Hier zien wij een
opeenvolging van adellijke families. Na het ge
slacht Zuilen, dat zijn naam aan het kasteel ont
leende, kwamen de Borsselens. De laatste van hen
was de uit onze vaderlandsche geschiedenis bekende
Frank van Borsselen, de vierde echtgenoot van
Jacoba van Beieren. Hun huwelijk was kinderloos;
de erfgenamen van heer Frank en vrouwe Jacoba
waren zijn zuster Eleonora en haar man Jan van
Buren. Na deze kwamen de Culemborchs, de La-
laings en de Rennenberghs. In 1611 werd Zuilen
verkocht aan Caspar Quinyet, die het korten tijd
later op zijn beurt overdeed aan Adam van Look
horst, heer van de Lier en Alkemade. In 1670 ten
slotte werd de familie van Tuyll van Serooskerken
door erfenis eigenaar van het kasteel. Zuilen bleef
dus, op één onderbreking na, steeds in het bezit
van adellijke geslachten. Wij weten, dat deze
heeren niet het geheele j aar door op het slot woonden.
De Borsselens hun naam zegt het reeds be
hoorden elders thuis. Zij bezaten nog andere kas-
17
Heemschutserie, 40, 2