gewoond. Het ambt van slotvoogd was niet erfe lijk ofschoon als burchtheer nogal eens een lid van de familie van Nijenrode optrad, heeft nooit een riddergeslacht gedurende langen tijd het slot als vaste woonplaats gehad. Het is nauwelijks moge lijk dat een edelman met zijn geheele hofhouding of gezin geregeld op het ldeine kasteel heeft gere sideerd. De bezetting in vredestijd moet men zich niet al te groot denken. Het is b.v. bekend dat de slotvoogd Dirk bastaard van Nijenrode in 1477 vijf man in het kasteel legerde. Heer Dirk behield het huis niet lang; al spoedig geraakte het in handen van de stad Amsterdam, die, gebruik ma kende van de ongeregeldheden die zich voordeden bij de opvolging van Maria van Bourgondië, de eenige dochter van Karei den Stoute, verklaarde dat Muiden, vroeger aan den heer van Amstel in leen gegeven, altijd tot Amstelland behoord had en haar dus nu rechtens toekwam. De stad bood in ruil voor de erkenning als eigenaar aan, de kosten van de bezetting voortaan te dragen. Na eenige moeilijkheden gelukte het de stadsregeering haar wil door te drijven. In het vervolg zorgde dus Amsterdam voor de noodige bewaking. Heel hoog zullen de kosten daarvan niet geweest zijn. In het jaar 1576, dus middenin den tachtigjarigen oor log, waren er niet meer dan twintig soldaten in het kasteel gelegerd. Tot slotvoogd en kastelein van Muiden benoemde de stad gewoonlijk geen edel man, doch een burger. De bekendste van dezen is 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 13