mm |V«I dan wordt de geheele oppervlakte van de valsche klok met vet of talk ingesmeerd (afb.4) en met een kwast een laagje fijne, slappe leem op de vetlaag gestreken. Is dit laagje F G F c 3 leem wat gedroogd, dan wordt er grovere en stijvere leem op gebracht, vermengd met hennep, touw en voor zware klokken zelfs ijzeren hoepels, die onderling verbonden zijn om het geheel sterk en stevig te maken. (afb. 5) Deze laag heet de „mantel". Is zij klaar, dan wordt weer een turfvuur ui den vorm gestookt. Hierdoor smelt de vetlaag tusschen de valsche klok en den mantel, benevens de randen, figuren, letters en cijfers van was, die hun afdruk aan de binnen- 31 Fig. 7. Dwarsdoorsnede van den gietvorm. B, B de kerm A de ruimte waarin een turfvuur gestookt wordt voor het drogen van den IZT» C' 9 open ruimte, waarin eerst de „valsche klok zat en later by het gieten het metaal vloeit-, D, D, de mantel; °Penjnë, waardoor het metaal in den vorm loopt; F F gaten waardoor de verbrandingsgassen en de lucht tijdens het gieten ontsnappen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 32