de waarde der stukken, zoodat de speler het auditorium al sterker ontroert en naar het slot een climax voorbereidt. Tot de reeks slotstukken, die hiertoe kunnen leiden, be- hooren sommige praeludia, die het karakter van fanta sieën hebben en bijv. composities als Standchen en Ave Maria van Schubert; Traumerei van Schumann; Solvejgs lied van Grieg; de derde fantasie van Benoit; teere liede ren als: 's Avonds als ik slapen ga van Verhulst en van Brandts Buys; Oud-Nederlandsche minneliedjes: Ik sec adieu, Ghequetst ben ic van binnenook een improvisatie over een bekende koraalmelodie kan aan het eind van een concert een diepen indruk achterlaten. De vraag hoe men er toe komt, beiaardspel tot een schoon heid te verheffen, die waardeering afdwingt, is natuurlijk niet geheel opgelost met het antwoord op de ondergeschik te vraag: wat zal de beiaard spelen? Aan instrument en speler moeten hooge eischen gesteld worden; van de laat ste moet men vergen dat hij, behalve met muzikale kennis en smaak bedeeld, ook den bouw van zijn eigen beiaard en van andere klokkenspelen grondig kent. Als elke bei aardier afzonderlijk de ervaring moet opdoen, die hem tot deze wetenschap brengt, blijven wij bij plaatselijke en individueele prestaties. Denijn heeft het goed ingezien, dat de toekomst van de beiaardkunst slechts verzekerd kan worden door de oprichting van een beiaardschool. Terwille van onze nationale beiaardkunst, die door het verschil in volkskarakter in zekere mate afwijkt van die der Vlaamsche, is het hoogst wenschelijk, dat eindelijk één der doelstellingen van de Ned. Klokkenspelvereeni- ging verwezenlijkt wordt en dat wij een Nederlandsche beiaardschool krijgen, waar even degelijk als in Mechelen nieuwe beiaardiers worden gevormd en opgeleid voor een staatsdiploma. Waarom bestaat zulk een diploma wel voor zang, piano, viool, enz. en niet voor het typisch nationale instrument, dat de beiaard is? Tenslotte nog enkele woorden over de laak van den bei aard in onzen tijd. Wij moeten ons terdege rekenschap geven of het muziekleven in ons land wel in alle deelen gezond is. In de bloeiperiode van onze geschiedenis stond 144

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 169