O. van Hemel, W. Paap, W. Pijper, hebben met meer of minder succes voor beiaard gecomponeerd. In later jaren heeft Denijn zijn opvatting gewijzigd, door boven de speciale beiaardmuziek den voorrang te verleenen aan het volkslied, omdat dit meer bij de massa aanspreekt en daardoor de beiaard spoediger weer zijn plaats in het volksleven zal veroveren. Hieraan ziet men, dat Denijn op lateren leeftijd nog een dieper inzicht in de taak van den beiaard heeft gekregen. Onze verschillende verzamelingen volksliederen, o.a. „Het oude Nederlandsche lied", van Fl. van Duyse; „Liederen van Groot-Nederland", verzameld door F. R. Coers Frzn. (waarin is opgenomen de complete verzameling van A. Valerius' Gedenck-clanck)„Het volksliederenboek", samengesteld door D. de Lange, Jhr Mr J. C. M. van Riemsdijk, Dr G. Kalff en Mr A. Loosjes; de bundels met volks-, school- en kinderliederen: „Kun je nog zin gen", „Zoo zingt Holland", „Eén alleen", enz. bevatten een bijna onuitputtelijke bron van volksmuziek, die uit stekend voor den beiaard past. Ook in de bundels kinder liederen van Cathr. van Rennes en van Hendr. van Tussen broek zijn vele juweeltjes te vinden, die bijzonder goed voor den beiaard bewerkt kunnen worden. Niet alleen voor de markt-, doch ook voor de avondbespelingen leent menig lied zich bij een gepaste bewerking voor een pakkende vertolking. Verder biedt het kunstlied een ruime keuze voor het con certprogramma, mits de oorspronkelijke compositie niet door de beiaardbewerking wordt verminkt. Denijn zegt hierover: „dat een muziekstuk in den smaak van het pu bliek valt en dat het wezenlijk schoon is, daarin ligt geen voldoende reden om het op de klokken te willen spelen. Voorbeeld: „Ik ken een lied", van Willem Demol. De beiaard is niet geschikt voor de artistiek gave vertolking, waarop dit fraaie lied volkomen recht heeft. In het eerste deel bestaan er twee verschillende melodieën, als een man nelijke en een vrouwelijke, elk zelfstandig en toch onaf scheidbaar van elkaar. De melodie der begeleiding gaat door, de zang der stem wordt telkens na twee maten onder- 140

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 165