te drinken en om 't lieflijk gespeel der klokken van de groote kerk." En niet alleen met zijn bespelingen, maar ook als „tonnist" of „klokversteker" n.1. bij het zetten of steken van nieuwe wijsjes op de uurwerktrommel had de beiaardier heel wat meer werk te verrichten dan zijn latere collega's. In Rotterdam (1706) werd 2 X per maand verstoken; in Delft 1 X per maand; in Brielle (1578) alle 14 dagen of minstens elke maand; in Arnemuiden 12 X per jaar of om de zes weken; in Leiden (1577); „daar op stellende een Psalm of liedeken naar den eisch des tyts, te weten d'eene 8 dagen 't geheele uyr, d'ander 8 dagen 't halve uyr." Uit al deze gegevens blijkt de groote bloei van en de be langstelling in het klokkenspel in de 16e en 17e eeuw. Er bestond als het ware een wedstrijd tusschen de steden in het aanschaffen van beiaarden en het aanstellen van be kwame bespelers. Helaas werd deze bloeiperiode in de 18e eeuw gevolgd door een tijdperk van groote verwaarloozing, dat duurde tot in de tweede helft der 19e eeuw. Nieuwe beiaarden werden bijna niet meer aangeschaft, behoudens een kor ten tijd van opleving aan het eind der 18e eeuw door het werken van Andreas van den Gheyn, die in ruim 20 jaar vijf 3-octaafsspelen in ons land leverde. Groote herstellin gen en verbeteringen werden niet meer uitgevoerd; het aantal bespelingen en verstekingen werd sterk verminderd; klokkenspelen werden verkocht of versmolten, klavieren verwijderd en speel trommels stopgezet. Het onderstaande lijstje van verdwenen beiaarden geeft een somber beeld van den tijd tusschen de Hemony's en de herleving in het begin van de 20e eeuw. Van de 30 beiaarden, waarvan tijd en oorzaak der ver dwijning vaststaat, zijn er veertien, dus nog niet de helft, door brand, storm of oorlogsgeweld vernield. De overige moeten, wegens gebrek aan belangstelling der autoriteiten, verkocht zijn of opgeruimd, want iets waar het volk prijs op stelt, wat werkelijk een deel van het dagelijksch leven uitmaakt, kan maar niet ongemerkt verdwijnen. 118

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 143