lagers gemonteerd, waarin de tuimelaars draaien. Dit zijn ijzeren staven, ieder met twee dwarsarmen, een horizontale, waarvan het uiteinde precies boven de stelschroef van den klaviertoets ligt en daarmede verbonden is door een draad en een haaks omgebogen verticale arm, die achter de andere tuimelaars omgaat en waarvan het boveneind in het verlengde ligt van de koorde van den boog, dien de klepel- hol beschrijft en met dezen door een draad in verbinding staat. De tuimelaar zorgt dus voor het omzetten van de verticale in de horizontale beweging en, door de lengte van zijn as, voor het overbrengen der beweging van het punt boven den toets tot het punt tegenover den klepel. Deze is aan den onderkant voorzien van een oog, dat dient ter bevestiging van de draden, want behalve de trekdraad komen in dit punt nog drie draden tezamen. In het ver lengde van den trekdraad loopt een draad naar een veer, die den klepel na den aanslag direct terugtrekt en alle draden strak gespannen houdt, dus onmiddellijk gereed voor een volgenden aanslag houdt. Tenslotte loopt aan weerszijden een draad naar den klepel van de naburige klok, die de zijwaartsche slingeringen belet. Deze draden zijn zoo gespannen, dat zij als de ééne klepel de klok raakt, de naburige klepels niet door de zijdelingsche draden in beweging komen. Van de klokken, die aan den buitenkant van een rij hangen, is de klepel aan één zijde aan den steunbalk van den klokkestoel vastgelegd. Doordat de verticale draden slechts een op- en neerwaart- sche beweging maken, is het mogelijk ze te geleiden; tot dat doel zijn op afstanden van een meter latten aange bracht, die voorzien zijn van oogjes, waar de draden door heen loopen, zoodat deze geen zijdelingsche beweging kun nen maken. Om de verbindingen de noodige soepelheid te geven, zijn alle draden geschakeld op 60 a 70 cm lengte, d.w.z., zij zijn in stukken van deze lengte verdeeld, die aan elkaar zijn geschalmd. Behalve de normaliseering van het klavier hebben we de laatste drie verbeteringen, t.w. de trekveer achter den klepel, de onderlinge verbinding der klepels en de draadschakeling met geleiding aan Jef Denijn te danken. 110

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 133