„Campana" voor een groote klok hiermede in verband staan; de bekende bisschop Paulinus van Nola, ongeveer 400, wordt als uitvinder der kerkklokken genoemd. Te recht wijzen de bestrijders van deze meening op het feit, dat in de beschrijving van de twee door dezen bisschop gebouwde kerken met geen enkel woord over klokken wordt gesproken. Waarschijnlijk ging het gebruik ongemerkt uit den Ro- meinschen tijd in den Christelijken over. Voordat zij echter algemeen voor kerkelijke doeleinden gebezigd werden, moest nog geruime tijd verloopen. Allerlei oude gebrui ken, soms zéér poëtische, moesten zij overwinnen. In de nonnenkloosters te Bethlehem bijv. verzamelden de zusters zich des morgens na het zingen van het woord „Halleluja" door de non, die het eerst ontwaakte. Minder welluidend was het gebruik van ratel en wekhamer; de laatste werd in sommige kloosters gebruikt om, door een slag op hun celdeur, de monniken te wekken. Hoe taai hun gebruik was, blijkt wel hieruit, dat het zelfs nog in de late middel eeuwen te vinden was. Uit hen ontwikkelden zich de zoo genaamde heilige planken, die zich in het Oosten zelfs naast de klokken handhaafden. Sedert de 7e eeuw begon het gebruik der klokken voor kerkelijke doeleinden toe te nemen. Uit de wijze, waarop in Spanje in 850, toen de vrijheid van godsdienst daar werd opgeheven, de klokken verwijderd werden, blijkt, dat zij boven de kerkdaken hingen, hetzij in een primitieven klokkestoel in de open lucht, hetzij in een reeds aanwezigen toren. Bij het toenemend gebruik begon men speciale klokketorens te bouwen, die verscheidene klokken herberg den, ieder voor een verschillend doel. In sommige torens hing één groote, gewoonlijk zeer moeilijk in beweging te brengen klok, die slechts bij feestelijke gelegenheden ge bruikt wordt, de feestklok. De moeilijkheid om haar te luiden en de eischen, die zij aan den toren stelt, beperken haar gebruik. Tot deze soort rekent men ook de klok, die in sommige streken van Duitschland eiken Vrijdag wordt geluid, ter herdenking van de kruisiging van den Christus. Aan deze 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 12