Het steken van de noten in de gaten heeft den term „ver steken" doen ontstaan, het ver- of op een andere plaats steken der noten, waardoor nieuwe muziek op het auto matisch speelwerk tot stand komt. Tijdens het versteken zit een werkman in de trommel is deze groot genoeg dan zelfs twee die voortdurend de moeren op de bijgeplaatste noten schroeven en ze daarmee vastzetten. Bij noten, die later dan den eersten tel van de maat moeten afvallen, is de bek iets verschoven naar het volgende gat in de trommel, waardoor de lichter later gelicht wordt en later afvalt. Deze noten hebben een onderdeel meer, n.1. een z.g.n. bruggetje, dat op de trommel rust, aan den bovenkant van den hals is bevestigd en waarop aan het andere einde de bek is gesmeed, (afb. 37 d) Naarmate de bek verder van den hals verwijderd is, wordt het bruggetje langer en laat de noot den lichter later afvallen. Soms zit op het bruggetje nog een tweede bek (afb. 37 e) of zelfs een derde en wordt daardoor een „combinatienoot" ge vormd, waarmede de lichter bijv. op de eerste en derde kwart, of de tweede en vierde kwart, of de 2e, 5e, 8e achtste afvalt. Allerlei combinaties zijn mogelijk, doch de bekken moeten zoover van elkaar staan, dat er voldoende tijdsver loop is om den hamer opnieuw op te lichten. De meeste oude trommels hebben acht verschillende mo dellen van noten, die alleen hierin verschillen, dat de bek steeds 1/8 gedeelte van den afstand tusschen twee maten verder verwijderd is van het midden van het gat, waarin de hals zich bevindt. Met behulp van deze acht verschil lende toonstiften kan men de volgende notenwaarden toe passen: de heele, de halve, de halve met stip, de kwart, de kwart met stip, de achtste en combinaties van deze waarden, bijv. één halve en twee kwarten; een kwart, een halve, een kwart; twee kwarten, één halve; een halve met stip, een kwart; een kwart, een halve met stip; en alle verkleiningen hiervan met kwarten en achtsten. Het rhythme in het automatisch spel ontstaat door het verschil in notenwaarden van de melodie, die men ver steekt en wordt versterkt door de begeleidingsnoten. Ver steekt men bijv. op den eersten tel van een 4/4 maat twee 95

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 116