van echter onmiddellijk door de kracht van de veer weer af getild, zoodat de klok vrij kan trillen. Het tijdsverloop, dat verstrijkt, voordat de hamer een volgenden keer op de klok kan neerkomen, bedraagt ongeveer een halve maat. Hierdoor zou men voor dezelfde klok slechts tweemaal in dezelfde maat dezelfde klok kunnen versteken. Om aan dit euvel tegemoet te komen zijn op de klokken, die het meest gebruikt worden n.1. van het éénsgestreepte octaaf en de onderste helft van het tweegestreepte octaaf, twee en soms zelfs drie hamers aangebracht. Elke hamer heeft zijn eigen lichter en correspondeerend gat in de trommel. Heeft men een rythme van een kwart en twee achtsten in de eerste helft van een maat op denzelfden toon en men be schikt over drie hamers op dezelfde klok, dan wordt op den len tel van de maat, hamer no. 1 verstoken; op den 2en tel, hamer no. 2 en op de 4e achtste, hamer no. 3. Bij gefigureerde passages komt dikwijls herhaalde malen dezelfde noot voor en zijn meer hamers op één klok on ontbeerlijk. Daar de basklokken meestal slechts één hamer hebben, kan men die slechts eenmaal in een maat gebrui ken, tenzij men over combinatienoten (zie afb. 37 e) be schikt, waardoor het mogelijk is met één gat in de trommel tweemaal dezelfde noot in één maat te versteken. De noten of toonstiften hebben een verschillende gedaante in verband met de notenwaarde, die zij in de muziek ver tegenwoordigen en het verschil in tijd tusschen het afvallen der hamers, waardoor het rhythme in het automatisch spel ontstaat. De noten, die op den eersten tel van de maat moeten afval len, hebben de eenvoudigste constructie n.1. drie onder- deelen (zie afb. 37 b) 1°. de bek, die buiten de trommel uitsteekt en gehard is; 2°. de hals, die vierkant is en precies in het gat van de trommel past; 3°. de schroef, die aan den binnenkant van de trommel uitsteekt en waarop, als de noot in het gat geplaatst is, een moer wordt gedraaid om haar vast te zetten, (zie afb. 37c) De punt van den bek zit bij deze noten precies boven het. midden van het gat in de trommel. 94

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 115