De regelmatige gang van de trommel wordt bevorderd door de werking van de zoogen. windvleugels. Boven de trommel, verbonden met haar as, is een ijzeren plaat aan gebracht, waarop twee of vier schijven zijn gemonteerd, die zoodra de trommel gaat draaien in beweging komen en door de middelpuntvliedende kracht zoo ver mogelijk uit elkaar gaan. Door een veer worden zij bij stilstand van de trommel weer in hun ruststand gebracht. Door de schijven meer of minder horizontaal te stellen vergroot of verkleint men den weerstand en kan hiermede de snelheid van de trommel eenigszins geregeld worden. Terwijl nu de trommel ronddraait (aan de zijde van de lichters komt zij óp) wordt door één of meer toonstiften de korte arm van de correspondeerende lichter steeds meer omhoog gedrukt, tot de stand van de toonstift, door den ronden vorm van de trommel, zoover van den lichter af wijkt, dat zij haar bek niet langer meer kan vasthouden. De lichter valt dan in zijn ruststand terug, (zie afb. 37a en fig. 11) De lange arm van den lichter eindigt in een haak; hieraan is een draadspanner of wartel verbonden, die den daaraan bevestigden ijzeren, koperen of phosphorbronzen trekdraad de juiste lengte moet geven. Deze draad reikt tot in de klokkekamer, waar door middel van een tuimelaar of, als de klokken niet op rijen hangen, door een kruisdraad verbinding of „broek" de verticale beweging van den trek draad in een horizontale wordt omgezet, teneinde den hamer van de klok te lichten. Bij klokken, die half buiten den toren hangen en waar de hamers aan den buitenkant zijn gemonteerd, is de hamersteel voorbij zijn draaipunt rechthoekig omgesmeed en vormt zoodoende op zichzelf een tuimelaar, waardoor deze dan in de verbinding komt te vervallen. Zoodra nu de toonstift de lichter pakt en omhoog drukt, (zie fig. 11) trekt de draad den hamer van de klok weg, zoolang, tot de lichter door de toonstift losgelaten wordt, „afvalt", zooals de technische term luidt. De hamer valt dan op de klok terug, d.w.z. op een veer, die tusschen den hamersteel en de klok is gemonteerd. Hij drukt deze veer door zijn zwaarte dóór en raakt den klokwand, wordt daar- 93

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 114