niet slecht. Een gaaf blokje met vroolijke kleuren. Na tuurlijk is er een garage, die er een beetje stijf tegen aan staat. Er is ook een vijvertje voor het huis en zelfs een boomensingel. Dit voor het geval dat ge er eens komen moogt, want un homme averti en vaut deux. Toch zult ge er nog even schrikken, als ge ziet hoe grof, hard en geesteloos die boomensingel het mooie tuintje in twee stukken knipt, zoodat het vijvertje be schaamd in een hoek kruipt. Wij vragen ons wel eens af, of wij zooveel oude schoon heid nog wel waard zijn en dan welt de echt Neder- landsche gedachte op om het botweg leelijke te prefe- reeren boven het halve, banale en karakterlooze. Maar er is al genoeg leelijks gebouwd, al heeft op het platte land de achteruitgang van de vorige eeuw nog niet zooveel kans gehad als in de stadjes en hun naaste omgeving. Daarbij komt, dat veel wordt vergoed door de typisch Zeeuwsche gebondenheid van het coloriet. Het is geen bouwkundig middel van de eerste orde, maar het spreekt sterk tot ons volk, dat immers altijd op het schilderachtige was ingesteld. Het verfwerk is in Zeeland levendig; veel hardgroen en wit met een enkele maal gele oker of hard blauw. Het rood van de wagenwielen en stoelen, dat altijd overheerschte in de mobiele voorwerpen, de werktuigen en de meubels, wordt in den laatsten tijd ook met een enkele bies aan de huizen gebruikt. Voorzichtig en met mate toegepast kan het zeker gehandhaafd blijven. Maar meer dan door deze kleur wordt het Zeeuwsche coloriet bepaald door de zwarte geteerde schuren. Groote zwarte ge bouwen zijn niet zoo aantrekkelijk, maar in Zeeland wel, omdat ze daar altijd opgefleurd worden door breede witte banden. De hoeken van de schuren zijn er mee afgezet, evengoed als de deuren en ramen. De geestige vorm van het klinket, een klein kruipdeurtje in de groote mendeuren, komt vroolijk te voorschijn 64

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 71