Al deze redenen zijn aanleiding voor den frieschen boer om stjelpen te gaan bouwen. In den plattegrond (fig. 4) van het bedrijfsgedeelte treedt niet veel ver andering op, alleen de woning wijzigt en daarmede het totale beeld. De schoone tegenstellingen van het halsgeveltype gaan verloren en in het gesloten hori zontalisme dreigt iets saais. Maar de boer heeft zijn zin, hij denkt goedkoop uit te zijn, heeft een breed front en alle ruimten zijn nog meer geconcentreerd in één bouwlichaam. Toch zijn de oudere stjelpen gave specima van boerenbouwkunst. Er zijn weer de stevige dikke kozijnen, in goede verhoudingen, gebonden door gave ruitverdeelingopen en gesloten is goed afge wogen en de afmetingen der ramen zijn logisch be paald uit de achterliggende vertrekken. De groene luiken en deuren in de witte of okerkleurige kozijnen teekenen zich markant af tegen de warme baksteen- tinten en geven aan het gesloten, soms zelfs norsche karakter van deze architectuur een sobere bekoring. In de loop der eeuwen bleef het halsgeveltype naast de stjelp gehandhaafd. Tegenwoordig schijnt het, door de schijnbare bezuiniging, dat de stjelpen gaan over- 32

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 35