eeuwen geheel in baksteen uitgevoerd, hebben een zeer
ondergeschikte constructieve functie en dienen alleen
als afsluiting van de ruimte. Het gebouw is eigenlijk
alleen maar een groot dak, dat rust op de kubus. Af
wisselend met pannen en riet gedekt, bestaat het uit
lichte sparren, die dicht op elkaar, als de baleinen van
een groote parapluie over den vierkanten hooiberg
hangen.
Als de baksteen voor de wanden in zwang komt, krij
gen ook de buitenmuren een deel van de dakconstruc
tie te dragen en zouden wij, met een beetje goeden
wil van spanten kunnen spreken.Ook de vormenspraak
wordt rijker en de renaissancemotieven, die wij dan
terugvinden, zijn wel boersch, maar van stedelijk ka
rakter. Vooral het voor deze hoeve zoo belangrijke
dak wordt verfraaid.
De groote schoorsteenen, die het dak bekronen, zijn
sierlijk behandeld en bewijzen, dat de metselaars op
het platteland hun vak uitnemend verstonden. Dik
wijls zijn ze tot even boven het dakvlak als een vier
kant kanaal opgehaald en gaan dan over in een cylin-
drischen vorm, die versierd is door het inmetselen van
steenen in een afwijkende kleur, of plastischer spreekt
door uitmetselingen in baksteen en natuursteen. Ook
de afdekking getuigt van fantasie en volledige tech-
niekbeheersching.
Het dak zelf, vroeger geheel met riet of pannen ge
dekt, wordt nu rijker bewerkt door afwisseling van
beide materialen, waarbij het riet blijft overheerschen.
Niet alleen zucht naar verfraaiing, maar ook prac-
tische overwegingen hebben hierbij een rol gespeeld
het opvangen van het regenwater is bij pannen ge
makkelijk en al spoedig zien wij rondom den geheelen
dakvoet een enkele of dubbele rij pannen, die de
groote rieten pyramide zoo los en zelfstandig maakt.
Aan de voorzijde, boven het woonhuis worden wat
24