Frankisch en Limburgsch. Meteen waarschuwt hij om bij deze namen niet te denken aan boerderijen, die de eigen uitvinding van deze volksgroepen zouden zijn. „Van elk haalijzer tot ieder ulebord zit het vol met cultuurinvloeden, die erdoor en erover zijn ge stroomd", zooals Prof. Jan de Vries onlangs zeide. Dus geen schoone fantasieën over onze boerderijen, bevolkt met oergermanen; geen mijmeringen, maar alleen een sobere poging om eenige orde te scheppen in den baaierd, die onze plattelandsarchitectuur op het eerste gezicht biedt, kan helpen. Wat reeds gedaan is, lijkt dikwijls improvisorisch en niet af. Maar het is toch genoeg, om iets te leeren van de schoonheid van deze gebouwen en de wijsheid van hun bouwers. Bij dezen stand van het onderzoek zou het misschien beter zijn om de typen aan te duiden op een meer neutrale wijze, b.v. door een letter of nummer. Ande ren maken den naam liever onafhankelijk van een be paalde volksgroep en trachten de karaktertrekken van de bouwwijze in één woord samen te trekken. Uiter aard ontstaat hierdoor onnoodige verwarring, zoodat we hier aansluiten bij de reeds voor Gallee gebruikte notatie, al beseffen we het noodige voorbehoud, waar mee ze geïnterpreteerd moeten worden. Zooals op het kaartje is aangegeven vinden we de Friesche boerderijen in de Noordelijke provincies van ons land, terwijl ook langs de kuststrook bepaalde eigenschappen worden aangetroffen die wellicht van Frieschen invloed getuigen. De vele vormen van de oostelijke- en middenprovincies zijn te beschouwen als boerderijen van Saksischen oor sprong en ook over de Maas in de Noordelijke gedeel ten van Brabant en Limburg zijn haar invloeden te onderkennen. In het overige gedeelte van Brabant en in Zeeland treffen we de Frankische boerderijen aan, waarvan 19

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 22