ze ooit aanwezig was, ruimschoots gedekt. De waarde
van de traditie ligt voor ons in de wijze waarop die
oude timmerlieden bouwden. Hoe zij, met hun mid
delen een bepaalde vorm maakten, is niet zoo belang
rijk, al kunnen we er nog veel van leeren, maar ons
belang is om te weten, hoe zij zich instelden op een
bepaald probleem; dan zullen wij met onze middelen
wel den passenden vorm weten te vinden. Dan zal ons
werk veel moeilijker zijn dan dat van onze voorgan
gers. De bedrijfsvoering op de boerderijen is veranderd
en gemechaniseerd, net als onze werkwijze. Om het
probleem te overzien is een grondige kennis noodig
van alles wat er bij hoort en een groote wijsheid om
die veelheid zuiver en naar waarheid te ordenen. Het
eischt studie, moeizamen en diepindringenden arbeid,
om het belangrijke te onderscheiden van het onbelang
rijke, het meerdere van het mindere, het gegroeide
van het vergroeide. Daarnaast wil nu vooraf bepaald
en uitgedacht zijn wat vroeger vanzelfsprekend en
voor de handliggend was. De huidige architecten moe
ten ook nog in hun hoofd hebben, wat de oude tim
merman in zijn handen had.
Theorieën over het wezen der kunst hebben zeker
hun waarde, maar ze krijgen die pas, als we al dien
arbeid achter den rug hebben. En dan worden die
theorieën eenvoudig, want het wordt duidelijk, dat de
klassieke filosofen, die leerden „dat kunst samengaat
met maken", nog steeds het heele probleem hebben
doorzien. Kunst is daar, waar gemaakt wordt, de
dijken en andere „kunstwerken" zijn net zoo goed
kunstwerken als schilderijen.
En schoone kunst zal van zelf ontstaan, als we ook
waarachtig schoon maken. Dat eischt tijd en studie,
dat vraagt volledige techniekbeheersching en vakman
schap, meer dan schoonheidstheorieën. Veel van onze
moderne kunstenaars zijn dat vergeten. Ze sloten zich
89