aan het Badhuis in de Nieuwe Uilenburgerstraat. De andere bevindt zich bij het Oudheidkundig Genoot schap. Het prachtstuk in het Rijksmuseum, dat we hier afbeelden, draagt alle kenmerken van door Hendrick de Keyser te zijn vervaardigd38). Een nieuwe steen met de Fortuin en toepasselijken tekst is die in het huis van een collecteur der Staatsloterij, Warmoesstraat 103. De be kende familienaam Fortuin appelleert aan dezen vroe ger veelvuldig voorkomenden huisnaam. Het huis met de hoofden aan de Keizersgracht 123, welke Amsterdammer kent dat niet? Maar met die hoofden weet men toch geen raad. Uithangteekens waren het niet, maar collectief bezorgden zij het huis toch zijn naam. In deze zes zandsteenen koppen herkennen we allereerst Bacchus, den god van den wijn, aan zijn met druiven trossen en wingerd omkranst hoofd, dan Ceres, de godin van den oogst, getooid met rijpe korenaren. Terzijde van de entree zien we den geheimden kop van Mars en aan de andere zijde, rechts voor ons, ontdekken we Pal- las Athene, bij de Grieken de godin der wetenschappen en van den oorlog. De beide andere koppen zijn die van Apollo en Diana, de laatste kenbaar aan het halve maantje in heur haartooi. In de volksverbeelding heb ben ze een andere beteekenis en zijn het de koppen van de in dit huis, door een moedige dienstmaagd, om hals gebrachte inbrekers. Dat wordt in niet minder dan 26 strofen verhaald in het oude kermislied „De meid en de moordenaars".39) Ook bij „seriebouw" waren de beeltenissen van mytho logische persoonlijkheden in trek, bijv. als figuurlijke verbeelding der planeten. Een deel van zulk een serie is in de frontons der huizen op de N. Heerengracht 181, 183, 185 en 189, tegenover de Latjesbrug. Het zijn Mars (met helm), Mercurius (met vleugelhoed)Cybele (met diadeem) en waarschijnlijk Yenus. Nu gaan we deze mythische dames en heeren wat hooger- op zoeken, op de daklijsten en bekroningen van de def- 73

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 90