„Iniuria ulciscenda oblivione" (Onrecht moet gewro ken worden door vergetelheid) vermeldt een gebeiteld lint in den Begijnhof 25 en, in een nieuwe uitvoering, aan de achterzijde op den N.Z. Voorburgwal, waarvan men op deze plaats niet zou denken, dat de herkomst aan S. Costers kluchtspel „Boere-klucht vanTeeuwisdeBoer en Men Juffer van Grevelinckhuysen" van 1627 te dan ken is! Om de afbeelding van een molen, waarnaast een cactus in pot en een ton met een maat er op, aan den O.Z. Voor burgwal 149, is een latijnsch randschrift gehakt, dat wel niets met het prozaïsche gevelsteenbeeld uitstaande kan hebben, luidend: Divina providentia et Humana In- dustria" (Goddelijke voorzienigheid en menschelijke vlijt). Op nieuwe gevelsteenen of als huisnaam ontmoet men eveneens latijnsche opschriften. Zoo op de Heeren gracht 141/5 „Audaces Fortuna ju vat" (Wie waagt, die wint), Jan Luykenstraat hoek Stadhouderskade, in het huis dat de architect Ed. Cuypers voor zich bouwde, Hoe er at in votis(dit was een mijner wenschen), in het Oosterpark 79, waar de kunstschilder Valkenburg woonde, „Ars longa Vita brevis" (De kunst is lang, het leven kort) en van ouden tijd enkel de twee laatste woorden op de Heerengracht 6 en 8. Overigens zal men aan verschillende gebouwen en poor tjes nog latijnsche opschriften tegenkomen, aan welke wij evenwel voorbijgaan, daar deze met ons onderwerp geen verband houden. 71

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 88