D e renaissance welke haar invloed schier op elk ge bied liet gelden, liet dezen evenzeer na in de gevelspreu ken. De burgerij werd deftiger en liet gaarne latijnsche spreuken en huisnamen aanbrengen, welke veelal ont leend blijken aan de klassieke literatuur37). 70 HOOFDSTUK XI LATIJNSCHE ADAGIA Onder de krullen van den hals aan den gevel Singel 19, leest men „Vita hominum similis naviganti" (Des men- schen leven is als een schip op zee). En aan het huis Bartolotti, Heerengracht 170/2, staat op twee cartou ches „Ingenio et assiduo laboré" en „Religione et pro- bitate" (Met vernuft en stagen arbeid met godsvrucht en deugd), ongetwijfeld het devies van den bouwheer. Het monogram T H in de gebeeldhouwde deuromlijs ting van 1886, Heerengracht 248, is het verschraalde overblijfsel van den naam van het huis, in 1709 vermeld als: „daer Tecurn Habita boven de deur staat".* Oost west thuis best). „Nosce te Ipsum" (Onderzoek U zeiven) ontmoeten we op No. 272 in den 17e eeuwschen top. In het smeedijzeren balconhek van het deftige grachten huis, Heerengracht 495, is het devies van burgemeester Jan Six „Omnia orta occidunt" (Alles wat ontstaan is, vergaat) verwerkt. Zijn burgemeesterlijk gezagssym- bool, de bijlenbundel, staat in de daklijst uitgehouwen naast het in den franschen tijd uitgehakte wapen. „Salvs hvie domvi" (welvaart over dit huis) werd door diens zoon op No. 619 aangebracht. Deze spreuk is tevens een chronogram, gelijk we er in Amsterdam meer vinden. De met romeinsche cijfers overeenkomende let ters geven, bijeengeteld, het bouwjaar 1667 aan.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 87