verloren Arbeid" kwam in Gent voor op een uithang
bord, waarop een neger was geschilderd die door een
vrouw gewasschen werd. En nu is het merkwaardige, dat
we deze geestige voorstelling terug vinden op een gevel
steen, welke voorheen op de Haarlemmerstraat 60 ge
staan moet hebben en thans aan den buitenmuur van den
uitbouw van net Rijksmuseum geplaatst is. Een naakte
moor staat in een tobbe, twee vrouwen in hollandsche
dracht houden hem bij de hand, een der vrouwen heeft
den boender gereed om hem te gaan schrobben, terwijl
een belangstellende vanuit zijn huisje toekijkt. Wij zou
den hiervan zeggen „het is den moriaan geschuurd",
synoniem aan „verloren arbeid". Met moren schijnt men
vroeger nogal op gehad te hebben. Op de Heeren
gracht 514 treffen de aardige morenkopjes en op een
gevelsteen op de Westerstraat 182, zoomede „D Moor
1742" in de groote Houtstraat 3. Op het Rokin 64 rijst
hij levensgroot (zijn boog verloor hij) op uit een prach
tig gebeeldhouwde draperie, in de kroonlijst van dit
huis.
Aan den muur van het Rijksmuseum vindt ge, behalve
verscheidene andere steenen, nog een fraai exemplaar,
met sporen van polychromie, afkomstig uit de Taan-
straat 17. Een in een schoon aangelegden tuin wande
lend paar slaakt de verzuchting „O Werelts Lusthof".
Een gevelsteen van 1747 in de Tuinstraat 196, waarop
niets dan een wereldbol, heeft de veelzeggende inscrip
tie „D Waerelt vol neyt". Een aanschouwelijke voor
stelling van „D Haat en D Nyt" is verbeeld door een
kat en een uil terzijde van de figuur der fortuin, op
een gevelsteen, welke in het Stedelijk Museum ligt op
geslagen.
„Druk is in d Werelt veel, Elk heeft zijn eygen deel"
vermeldt een kleine steen in de Tuinstraat 99. Dat
het een boekdrukker was, die dit toch wel aardig gevon
den vierregelig opschrift bij zijn uithangteeken had ge-
65
-Amsterdamsche Gevelsteenen 5