64
Van een wijsgeerigen kijk op de dingen getuigt het altijd
groene hulstboompje op den Zeedijk 123 met zijn
voorbijgaand vermaak en genoegen, tusschen toepasse
lijke regels: „Het tijdlijk vergaat 't Eewige beslaat".
De oude waarheid uit een ver verleden tot ons gekomen
dat wat is, gaat voorbij, de werkelijkheid is maar schijn.
Bij een spittenden boer, Reestraat 19, op een gevelsteen
van 1772 heet het Niets zonder arbeydt"Tegenover de
Melkmeisjesbrug op de Brouwersgracht 52, op een aar
dig steentje met een oud-hollandschen stoel en een stoel
in deftiger Lodewijk-stijl, filosofeerde een 18e eeuwsche
stoelenmaker, dat het „Nooit volmaakt" is.
Noyt gedocht" kwam, en komt nog alom voor. Een
17e eeuwsche gevelsteen met een beladen vlotschuit in
de Weesperstraat 120, heeft dit opschrift, hetgeen zon
der voorstelling, als huisnaam, voorkomt in de Wijde
Steeg bij den N.Z. Voorburgwal. In dezelfde steeg,
schuin aan den overkant, staat „Langgewacht" op een
eveneens opnieuw ingemetselden heel fraaien, naar
vorm en ornament 18e eeuwschen gevelsteen. Daarop is
een toeslede afgebeeld, waarnaast de sleeper loopt, de
herinnering levendig houdende aan den tijd, dat de ma
gistraat het rijverkeer per as verbood. „Geeft wat tijd"
staat al een driehonderd jaar op de Heerengracht 327.
„De verloor en Arbeyd" bij een naakten boogschutter
op een steen van 1758, in de Wolvenstraat 32, is ver
moedelijk een zinspeling op den geslachtsnaam van den
bewoner dier dagen, wiens voorvaders den naam op hun
beurt weer ontleend hebben aan een gevelsteen, zooals
de nog bestaande familienamen: Regtdoorzee, Regtuyt,
Bierenbroodspot, Uitentuis, Uyttenbogaard. Jan Gerrit
sen Verlooren-Arbeyd was in 1624 regent van het N.Z.
Huiszittenhuis. De boogschutter op dezen steen heeft
geen doelwit, vandaar verloren arbeid of nutteloos ge
doe. De buurman op No. 30 zorgde voor een doelwit.
Hij liet eenzelfden gevelsteen plaatsen, waarop een wolf,
waarbij „De ouwe wilde wolf". Het opschrift „In den