stellen ze voor: een keizer, een monnik en een boer, de
drie standen dus; onder elk staat respectievelijk: „lek
bescherm dese 2", „lek leer dese twee" en „lek arbey
voor dese 2", waarbij het wel de bedoeling geweest zal
zijn den nadruk op de laatste bemerking te leggen.
Van den godsdienstigen zin der 17e-eeuwers spreken de
twee groote, mooi gehouwen gevelsteenen met „Godt is
myn Burch" aan den O.Z. Voorburgwal 65, van 1683,
en O.Z. Achterburgwal 52—54, van 1685. De laatste
vooral is aantrekkelijk, een goede hollandsche inter
pretatie van Psalm 18 3 „De Heere is mijn steenrots
en mijn burg", en het Lutherlied „Een vaste burcht is
onze God". De burcht staat hier, de lantaren uitgehan
gen, op de duinen aan de woelige zee, waarop een schip
met volle zeilen koerst. Het opschrift alleen leest men in
de 18e eeuwsche kroonlijst van perceel Singel 8.
„Alle zeegen komt van boven" getuigt het opschrift bij
een formidabelen steen van 1600, waarop een boer bij
zijn korenschoven, als een reclameplaat in den zijgevel
van den Nieuwendijk 20. Aan Godes seegen ist al ge
legen" leest men bij drie smeden in het fronton van
1747 van het pand Groote Bickersstraat 49. „Gods see
gen behouwenheeft mijn doen bouwen" is het bijschrift
op een gevelsteen met een Fortuin van 1753, in de Vin-
kenstraat 153. Deze spreuk staat ook boven in een 18e
eeuwsch huis, Berenstraat 25. Zij kwam, als zooveel an
dere, reeds vroeger voor en is, gelijk Van Lennep en
Ter Gouw ze noemen, een echt papegaaienrijm.
„Godt alleen d'Eere" zegt een oud steentje op de Bloem
gracht 116. In de Korstjespoortsteeg 8 staat een gans
met hetzelfde opschrift in Latijn „Soli Deo Gloria", dat
eveneens voorkomt in de kroonlijst Heerengracht 166 en
op een rococo-gevelsteen van 1736 op den N.Z. Voor
burgwal hoek N.Z. Kolk. Hier vindt men ook op een
gevelsteen, als de vorige afkomstig uit een der gesloopte
huisjes, „Si Deus pro nobis, quis contra nos"hetzelfde
in de Oude Brugsteeg 5 en Spiegelgracht 9 (1764) en
59