HOOFDSTUK IX
BIJ BELSCHE ZINNEBEELDEN
EN OPSCHRIFTEN
Het mag niet verwonderen, dat we aan de gevelstee-
nen, welke in meer of mindere mate verband houden
met den bijbel en het kerkelijk leven onzer voorouders,
een groote plaats inruimen. De kerk en de H. Schrift
maakten een belangrijk deel van hun leven uit en vele
uitingen daarvan zijn ook bij ons onderwerp nog aan
wijsbaar. Daar waar het uithangteeken voor zakelijke
doeleinden diende, kan men niet op de eerste plaats
piëteit verwachten. Bijbelsche figuren en zinnebeelden
werden, door middel van bijschriften en luifelrijmen,
mede dienstbaar gemaakt aan reclamedoeleinden. Dik
wijls heel toepasselijk, doch niet altijd even kiesch wa
ren deze bijschriften. Een aantal is in steen gehouwen
tot ons gekomen. Tallooze zijn opgeteekend en verzameld
door den 17e-eeuwer Hieronymus Sweerts, waarvan
een aantal door Van Lennep en Ter Gouw zijn aan
gehaald.
Onder invloed der Roomsch-Katholieke Kerk werd het
gebruikelijk een bijbelsche of kerkheilige het patroon
schap toe te kennen van gilde, ambacht of nering, op
grond van eenige kwaliteit welke men hem toekende of
wegens diens attribuut.
Jozef, gezegd een timmerman, werd de patroon der tim
merlieden, wier uithangteeken niet zelden de vlucht naar
of de terugkomst uit Egypte was, waarin Jozef wordt
afgebeeld met een zaag. Petrus was de beschermheilige
der visschers. Adam en Eva in 't Paradijs werd het em
bleem der appelkoopers, vanwege den appelboom„De
53