beeld der koekbakkers. In 1676 hing aldaar „de witte vette olifant" uit. Misschien voordien St. Michaël; de Van Schoorels waren katholiek. Gaan we weer over naar de gevelsteenen, dan verdienen onze aandacht twee exemplaren met Johannes den Doo- per. Die in den zijmuur van het Hekelveld 18, waar voor kort nog het straatnaambordje „Groot Hemelrijk" was, stond vroeger hooger, maar werd in 1941, na afbraak der huizen aan het Kattegat, lager geplaatst en tegelijk met den muur met dezelfde gele verf bestreken! Het lam met kruisvaan aan zijn voet en de letters StJ en BT, doen ons St. Jan Baptista herkennen. Terzijde van het lam ontwaren wij een miskelk. Voor de borst houdt St. Jan het bijbelboek, met de linkerhand wijzend naar het Lam Gods. Zijn onmiskenbaar attribuut, dat telkens in de kunst terugkeert.27) De steen zal drie eeuwen oud zijn, oude eigendomsbewijzen spreken van het huis „daar St. Jan in de gevel staat". S. Jan Baptista valt eveneens nog te onderkennen op den steen in de Langestraat 78. Hier staat de figuur in zijn kemelharen kleed in een nisvormige omlijsting. Oorspronkelijk stonden de heiligenbeeldjes vrij in kastjes of nissen in den muur. De aan een nis herinne rende omlijsting treffen we nog op enkele gevelsteenen aan, in den Zandhoek en een drietal in het Rijksmuseum. Vanwege zijn kemelharen kleed was St. Jan de patroon der bontwerkers en hing bij dezen uit, misschien ook wel bij appelkoopers, die tot 1613 bij het St. Jansgilde wa ren aangesloten. De in de papieren voorkomende oude huisnaam „St. Janshooftop de Keizersgracht 101 wordt geïllustreerd in het lofwerk onder de omlijsting van den hijschbalk, door een schotel waarop het hoofd van Johannes den Dooper! (Mattheus 14 11.) Naar den aard van den tijd staan op dit 18e eeuwsche huis twee kolossale my thologische borstbeelden, Neptunus met wellicht zijn gemalin Amphitrite. 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 55