1600) eu in den Vingboonsgevel van 1655 op den O.Z.
Voorburgwal 316. De ladder gaat hier vermoedelijk
onder de verf schuil. „Dseeven vette jaren van
Egypteeen naamsteen, verdween het vorig jaar uit de
Rapenburgerstraat 82, bij slooping van bet huis uit
1688.
Vervolgen we de bijbel-chronologie dan wordt ons oog
getrokken in de Jodenbreestraat door twee beeldjes,
welke piëteitvol in den achtergevel van de R.K. kerk
bewaard bleven als haar naamgevers. Het zijn Mozes
en Aaron, de beide hoofdpersonen uit Exodus, welke in
de huizen prijkten die, tot ongeveer 1691, den katho
lieken als schuilkerk huisvesting boden. Met hoeveel
liefde voor het ambacht zijn deze sculpturen behandeld.
Mozes met de tafelen der getuigenis, waarop de cijfers
I tot X, doelend op de tien geboden, roept ons Ex. 32
15 voor den geest. Aaron in vol ornaat, gekleed als hoo-
gepriester, want „gij zult uwen broeder Aaron heilige
kleederen maken" (Ex. 28 2), met den borstlap waar
op de 12 edelsteenen, symboliseerend de 12 stammen
Israëls. Een ander beeld uit Ex. 32 1-6 verschaft het
16e eeuwsche gevelsteentje in de Lange Niezel 25, met
de aanbidding van het gouden kalf. Voorts levert ons
Numeri 13 23 weer een populairen gevelsteen „Het
Land van Belofte", op de Rozengracht 80. Het is de
gebruikelijke voorstelling van de verspieders van Ka-
naan, met zich voerend een geweldigen tros druiven.
Dit uithangteeken kwam op andere plaatsen in de stad
eveneens voor. Tot voor een twintigtal jaren kenden we
in de Reguliersbreestraat de Land van Beloftesteeg op
den hoek waarvan in de 16e eeuw reeds een gevelsteen
met het Land van Belofte stond. En dezer dagen werden
we attent gemaakt op een verscholen exemplaar, op de
binnenplaats van perceel Egelantiersstraat 124.
Nu belanden we bij Jozua, die zeide: „Zon, sta stil te
Gibeon en gij maan in het dal Ajaloris" (Joz. 10 12).
Het is een onzer prachtigste gevelsteenen' welke dit mo-
34'