32
sterdamschen antiquair zagen terechtkomen. Het is te
hopen, dat hij zijn plaats in de oude stad herkrijgt.
Een volgende tot de verbeelding sprekende faze uit
Genesis (7 7) is die van Noach en zijn ark, op gevel-
steenen meermalen voorkomend. In den bedreigden
Zandhoek, op het Realeneiland, dat typisch stukje oud
Amsterdam, staat op No. 4 „Noachs Arck" in den 18e
eeuwschen klokgevel, geflankeerd door twee oudere
gevelsteenen met Johannes den Evangelist en Petrus
(zie Hoofdstuk VII). Inscripties en details zijn met
moeite te onderkennen wegens de groezelige verflaag,
welke ook hier de aantrekkelijkheid van het relief voor
den voorbijganger verloren doet gaan.
Op de binnenplaats van het Doopsgezinde Sonshofje,
Prinsengracht 157/171, gesticht in 1764, staat een aan
trekkelijke gevelsteen met fraai rococo-ornament, waar
in een door de zon beschenen arke Noach is gebeiteld.
Getrouw aan het Bijbelverhaal zien we twee aan twee al
het vee binnenstappen (Gen. 7 9)De steen symboli
seert de samensmelting yan de Friesche gemeente der
Doopsgezinden „De Arke Noach" en die welke samen
kwam in het gebouw „de Zon", Singel 118, waar nog
een vergulde zon in de kroonlijst staat.
Een kostelijke steen met hetzelfde onderwerp, afkom
stig uit de Spuistraat hoek Lijnbaanssteeg, bevindt zich
in het Rijksmuseum. Inderdaad, zooals Van Lennep en
Ter Gouw karakteriseeren, „een Heer en Mevr. Noach
met familie", als burgerluidjes uitgedoste dagjesmen-
schen. De schuit ligt voor den wal, een heele menagerie
stapt gemoedelijk naar binnen. Het is een prachtige
sculpture uit 1676, een gebeeldhouwde prent.
Heel sober daarentegen is de duif met den afgebroken
olijftak (Gen. 8 11) waarmee zij tot Noach terug
keert, in den snaveleen gevel steentje, dat als bijbelsch
embleem weinig bekend is, in de vervallen O.Z. Arm
steeg 3, op den hoek waarvan het trotsche huis der
Bickers in zijn oude glorie herrees. Het ware te wen-