HOOFDSTUK IV
INVLOED DER HERALDIEK
N"aast de eenvoudige „sprekende" uithangteekens, ver
schenen in de middeleeuwen heraldische figuren op de
uithangborden welke soms den vorm van een schild aan
namen. Dit gebruik stamt wellicht uit den tijd, dat reizi
gers op de burchten konden overnachten en in de neven
gebouwen, boven welker ingang het wapen van den
burchtheer prijkte.
De oorsprong van het adellijk wapen moet gezocht wor
den in het schild, dat iedere ridder met zich droeg in
toernooien en in den oorlog, dat met een kleur beschil
derd was (van schild kwam het woord schilderen), ver
guld of verzilverd. Behalve deze onderscheiding in kleu
ren werden eenvoudige herkenningsteekens, stukken of
figuren genoemd, eveneens in heraldische kleur (name
lijk rood, blauw, groen of zwart, in de heraldiek keel,
azuur, sinopel en sabel geheeten) of van goud of zilver
(demetalen) op het schild aangebracht. Hieruit ontstond
het wapen, dat aldus den vorm van een schild verkreeg.
Het werd als herkenningsteeken door den ridder gedra
gen, door zijn herauten en bedienden en op de dekklee-
den zijner paarden. De wapens waren in den beginne
„beladen" met een enkel stuk. Wellicht namen herber
giers en anderen in den omtrek deze kenmerkende figuur
een leeuw, een helm, een hert, een lelie over op een
vaan of uithangbord. Dies sprak men van den waard in
den gouden Leeuw, den blauwen Helm, het roode Hert,
de witte Lelie. De Roode Leeuw, het Gouden Hoofd, ze
zijn in onze stad en elders, met verscheidene varianten,
als hotelnamen nog geen onbekenden.
Zooals vanzelf spreekt was ook bij het uithangbord de
23