voorraad gevelsteenen, waaronder zeer fraaie werk
stukken, welke in de musea bewaard worden. De tijd is
gekomen ze terug te brengen naar de plaats van her
komst of de omgeving waar ze historisch thuis behooren.
Desnoods op de wijze als in de St. Luciënsteeg geschied
de, waar een aantal losse gevelsteenen in muurvlakken
ingemetseld werd. Het loffelijk initiatief hiertoe is uit
gegaan van de heeren Corn. Gimpel en C. Visser. In
1921 kwam door hun toedoen tot stand de Vereeniging
tot behoud van Gevelsteenen, welke thans voortleeft als
een „Commissie tot behoud van gevelsteenen en bouw-
fragmenten" van det Oudheidkundig Genootschap, waar
van tegenwoordig K. Huig en C. Visser voorzitter en
secretaris zijn. De Commissie tracht steeds in de eerste
plaats te bewerkstelligen, dat gevelsteenen op hun oude
plaats blijven of teruggebracht worden. Bijna 50 zwer
velingen werden ondergebracht in de muren van het
Burgerweeshuis aan de St. Luciënsteeg.
Wenschelijk is een catalogus van het in de Musea
aanwezige en inventariseering van alle gevelemblemen
welke nog aan de huizen prijken, zoowel als van die
welke verdwenen en misschien gedeeltelijk op te sporen
zijn.
Voorts dient de oude gewoonte hoog gehouden te wor
den, dat gevelsteenen in vernieuwde perceelen worden
herplaatst. Toen in 1791 iemand te Haarlem op het
Verwulft bij de Groote Houtstraat zijn huis verbouwde
en het gevelembleem wilde verwijderen, werd hem dit
door de stadsfabryk belet. De gevelbekroning „T Ge
kroond Oost en West-Indisch Worstvatzit er nu nog!
Men handele heden alzoo.
Amsterdam, Juli 1942/Maart 1943.
128