NASCHRIFT
W ie met aandacht dit boek doorgelezen heeft, zal,
indien hij niet eerder zich met dit onderwerp bezig
heeft gehouden, verwonderd zijn over het vele materiaal,
dat aan gevelemblemen in onze oude stad in zoo groote
verscheidenheid aanwezig is. Het alles te vermelden
vraagt een nog omvangrijker arbeid, maar dan zou er
minder voor den aandachtigen beschouwer overblijven
om zelf op te sporen. Hoofdzaak was belangstelling te
wekken, zoo mogelijk liefde, voor deze schijnbaar zoo
onbelangrijke cultuur-historische monumentjes,waarmee
het doel van den Bond Heemschut, zooveel mogelijk te
behouden en te beschermen wat uit historisch en aesthe-
tisch oogpunt van waarde is, gediend wordt.
Bij het beschouwen van de gevelsteenen wordt men te
vens nader gebracht tot het huis, voorzoover het nog in
ouden luister bestaat, tot waardeering van den gevel en
zijn ornament. Dan gaan de steenen spreken!
De rangschikking van ons materiaal had ook straats-
gewijs kunnen geschieden, of wel chronologisch. De
wijze waarop het thans geschiedde leek mij voor ons
doel het meest geschikt. Bij het van tijd tot tijd bekijken
van eenig object zal het te meer opvallen hoeveel gevel
steenen sommige hoekjes en straten wel bergen.
Aan ons plan om tevens de verzameling gevelsteenen
in musea en het gevelsteenmuseum in de St. Luciënsteeg
te behandelen konden we nu geen gevolg geven, zoomin
als het mogelijk bleek een volledige inhoudsopgave toe
te voegen. De omvang van dit boek liet het niet toe.
Een breeder opgezet werk zal hopenlijk mettertijd de
gebreken kunnen opvangen.
Moge de belangstelling zoodanig groeien, dat in de toe
komst meer zorg besteed wordt aan onze gevelsteenen,
waarbij ik vooral aandacht vraag voor den grooten
127