steen in de St. Nicolaasstraat 48, „In de Duyf' staat in een huis van 1623 in de Slijkstraat 16. „D Calkoen' is op de Bloemgracht 134 herplaatst en herinnert, even als de pronkende kalkoen in den pakhuisgevel van Amstel 34 (van 1733), aan Claes Calkoen, die hier sedert 1611 woonde, er het brouwersbedrijf uitoefende en tevens eigenaar was van de ververij op de Bloem gracht. Den kalkoen voert deze familie in haar wapen. Drie uilen ontmoeten we nog in de Bloemstraat 152. Dui ven, arenden, valken en meer gevogelte is in gevelsteenen afgebeeld. Een aardig gevelembleem is de gekleurde papegaai in de Jodenbreestraat 42, als het ware schom melend onder de daklijst. Een loopende en pronkende pauw vinden we naast elkaar in de Hazenstraat 6-8 en in de Verwerstraat 32 „De gekroonde Paw". Een kostelijk steentje zijn we voor kort weer rijker ge worden, toen het bij een verbouwing op het Rokin 22 achter een gevelbetimmering te voorschijn kwam, waar het meer dan driekwart eeuw verscholen moet hebben gezeten. Het stelt een kan voor welke de spreeuwen tot nest diende, met den eigenaardigen naam „Inde Spreu- pot". De vondst kreeg te meer waarde, daar juist zulk een kan in 1926 gevonden was in de Leidschegracht, bij het uitvoeren van baggerwerk en de afbeelding op den ge velsteen nu duidelijk de bestemming van deze kan liet zien. Tevens was hiermede de naam van Spreeuw- potsteeg verklaard, welke in 't midden der 17e eeuw gegeven was aan de steeg, op welker hoek deze steen toen reeds gestaan moet hebben en sinds de 18e eeuw, wegens een gevelsteen op den anderen hoek, Spaarpot- steeg geheeten is. De origineele spreeuwpot bevindt zich thans in het Zoölogisch Museum. Wel dichtte Vader Cats, dat men „vogels kleyn en groot" vangt „met den spreeupot aan het huys", maar hoe zulk een spreeuwpot er uitzag, weet men eerst thans weer van het herwonnen gevelembleem. 118

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 145