HOOFDSTUK XVII HISTORIE, TOPOGRAFIE EN WAPENS Vorstelijke en historische personen „hingen" veelvul dig uit, niet het minst aan herbergen, maar ook aan woonhuizen. Familienamen als Prins, De Graaf, danken wij daaraan. Een dergelijke steen is „D Jonge Graaf met man in kleedij van ca. 1630, in de 2e Rozendwars straat 2 (uit Rozenstraat 154). Uit het Oranjehuis rest ons slechts het conterfeitsel van Prins Maurits, als borst beeld op een gevelsteen aan de Rechtboomsloot. Niet zonder reden staat hier deze gevelsteen. In 1623 werd een op Prins Maurits beraamde aanslag verijdeld, door vier Rotterdamsche matrozen. Een van hen, Jeroen Ewoutsz, werd benoemd tot kapitein van een oorlogs- jacht, welk ambt zijn twee zoons later eveneens be kleedden. Een hunner liet in 1645 het huis op de Recht boomsloot 61 zetten en zal door het plaatsen van den gevelsteen, mede zijn genegenheid voor den prins heb ben betoond. Het was de heer E. van Houten, die op grond van oude papieren, tot deze ontdekking kwam. In 1712 sprak men nog van het huis „daer de Prins in den gevel staet". Dan treffen we Prins Maurits nog aan op een relief, w.o. „P. M. D. Nassau", in een klooster muur op de Egelantiersgracht 149, ter plaatse waar vroe ger de steen in een huis stond, bovendien een cartouche met „1632", leeuwenkoppen en kraagsteentjes. „De Ko ning van Bohemen', Frederik van de Palts, houdt hem gezelschap op No. 145. Maurits'' wapen staat in den zij gevel van het huis St. Anthoniesbreestraat 96, waarin later 1752 gehakt is. De oranjetak spruitend uit een af- 102

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 125