deze in 't oude Doolhof, dat Amsterdam tot in de vorige
eeuw kende, te zien was. Maar de inzittende is een man.
Een postiljon te paard, het uithangteeken van de post
meesters, staat op den Nieuwendijk 113 in een trap
gevel met jaartal CDI3CXXXV (1635).
Posthoorns hingen wel uit aan rust- of pleisterplaatsen
en herbergen. Amsterdam telt er mede een aantal, waar
van de oudste„Dit is in de swarte hoern" op den Zee
dijk staat. Een kleinen steen vindt men in de Utrechtsche-
dwarsstraat 4 in het fronton en een aan de Prins Hen
drikkade 25 in rococo-omlijsting en Anno 1740. Daar
naast op No. 26 is een hoorn in de houten pui uitgesne
den, alsook op de Prinsengracht 7, waar van 1687 tot
1863 de R.K. kerk „De Posthoorn" gevestigd was, oor
spronkelijk als schuilkerk. Aan dit uithangteeken dankt
de nu op den Haarlemmerdijk staande kerk haar naam.
Ruiters te paard leveren de toppen der perceelen Nieuw-
markt 34, 36 en de O.Z. Voorburgwal 6. Op een gevel
steen in de Leidschestraat 104 ziet men er een in uit-
heemsch (poolsch?) costuum.
De toeslede w.o. „Lang gewagtzagen we in de Wijde
Steeg en in den tuin van het Rijksmuseum men
loope dezen tuin vrij in en bekijke op zijn gemak de
vele mooie steenen staat in den muur een aardige
gevelsteen van den Nieuwendijk 72 afkomstig, een
vrachtwagen w.o. „17 D Oude Karman 20", de letter N
op zijn kop, gelijk we dat meer zien in oude inschriften.
Opmerking verdient, dat de geslachtsnaam „Karman"
nog voorkomt.
101