Van Lennep en Ter Gouw hadden wel gelijk, dat men op de uithangteekens het maatschappelijk en huiselijk leven onzer voorzaten kon aflezen. Nu nog immers be wijzen de gevelsteenen haar historische waarde en zijn uitgangspunt voor menige interessante, soms weten schappelijke verhandeling. De hoedenmakerij is vertegenwoordigd op den Haar lemmerdijk 9 in den top, en door een gevelsteen met drie hoeden, ca. 1650, en opschrift „In de swarte kasstoor" op de Rozengracht 204. Zulk een hoed staat eveneens op de Keizersgracht 104, waar voorheen een hoeden makerij gevestigd was en in de St. Luciënsteeg, afkom stig van de Passeerderstraat 19. „In dTurf drager' is het opschrift van een gevelsteen in de Kerkstraat 76. Een dergelijke steen staat ook in het tuinhuisje van den Museumtuin, evenals een met „De Packer', afkomstig van de Brouwersgracht. Het kan ons thans verwonderen, dat beoefenaars van zulke eenvoudige beroepen met zoo goed uitgevoerde reliefs hun gevels sierden. Vele geven den indruk tevens be doeld te zijn als portret. Men zie daartoe ook „In den Anspreker", Bloemstraat 12, een gevelsteentje uit de 17e eeuw. De oudste koopacte van dit pand dateert van 1660 en staat ten name van den aanspreker Hendrik Pietersz. Zou men niet zeggen, dat hijzelf hier ten voeten uit staat, in zijn zwart costuum met witte kraag, met een aankondiging in de hand de aandacht vragend Een ander steentje in de Spuistraat 295 „De Loosman (loods) is een toespeling op den naam van Jan Loots- man, die hier in het midden der 17e eeuw woonde. „D Corendrager" van 1660 in de St. Luciënsteeg, afkomstig van de Palmgracht 11, is mede een goed ge conserveerd relief. Bijna levensgroot troont een korendrager in het tot ouden luister herleefde pakhuis aan de Oude Schans 73/77, waarop H. Fedder dichtte: 90

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 109