mooi diep relief, heeft men bij herbouw lager geplaatst.
Aambeelden kenmerkten insgelijks het smidsambacht.
Had een smid een aambeeld uithangen, een ander kwam
dra met het gekroonde aambeeld. Men treft ze nog aan
in de Elandsstraat 55, Laurierstraat 72, Reguliersdwars
straat 49. In de Halvemaansteeg 8 stopte men er in 1887
een zoodanig weg in den zijgevel, dat men hem nu nog
verloren waant®2). De taveerne „De Smidse", in de
Korte Leidschedwarsstraat 26, pronkt boven het buffet
met een keurig exemplaar „In het gekroont ombeeld"
van 1743, dat vroeger in de Karthuizerstraat 7 stond.
Ternauwernood van een nieuwen steen te onder
scheiden is de gevelsteen „D toerekende Metselaer"
afkomstig uit het Middenklooster, welke ik terugvond in
het Dijsselhofplantsoen 14, thans daar geplaatst als toe
speling op den naam van den bewoner. Enkele huizen
verder vindt men boven de deur op No. 6 een fijn beeld
houwwerkje, een haringbuis, met een door den tegen-
woordigen eigenaar uit reedersfamilie aangebracht,
niet oorspronkelijk opschrift in archaïsche spelling
maar moderne letters „Staedigh aen". Deze oude steen
sierde eens het fronton in de Westerstraat 45.
„D Jonge Barent" in de Dirk van Hasseltsteeg 49 met
troffel in de hand, is eveneens een metselaarsuithang-
teeken. Een collega van hem, „De Bredase Messelar'
uit de Tuinstraat 97 vond een rustplaats in het Stedelijk
Museum. Een gevelsteen met troffel „In de Blawe
Troeffel" afk. uit de Vinkenstraat 75, is in de St. Lu-
ciënsteeg.
Het zal een Meester-Timmerman in de Looiersstraat 34
geweest zijn die den gevelsteen aldaar heeft laten aan
brengen, welke overgebracht werd naar de St. Luciën-
steeg waar we hem aantreffen vlak bij den N.Z. Voor
burgwal. De een zag er een lakenraam in, de ander een
wafelvorm. Deskundigen weten ons te vertellen, dat het
een kruiskozyn is53), herkenbaar aan den vorm en de
uitsteeksels, de z.g. „ooren", aan onder- en bovendorpel.
88