afkomstig is. Hierbij gaat een afbeelding uit mijn
eigen verzameling. Afb. 9.
Er bestaat groote overeenkomst tusschen verschil
lende Romeinsche sleuteltypen en die, welke later
in Europa worden aangetroffen. George Price
zegt, dat in vele sloten versperringen zullen zijn
geweest, die overeenstemmen met de later ge
maakte kruisen en reepen. Ook de Grieksche en
Romeinsche drietandsleutel wordt nog heden in
Zweden en Noorwegen aangetroffen bij de houten
sloten der houthakkershutten, waarvan er ver
schillende in mijn collectie aanwezig zijn.
Ten besluite van deze uiteenzetting over deze oude
sloten, volgt hier nog iets naders over hangsloten.
Ook deze zijn al heel oud en waren zoowel bij
Egyptenaren als Romeinen in gebruik. Zij waren
verschillend van uitvoering, de meeste met steek-
sleutelsde Romeinen hadden er echter ook al met
draaisleutels. Bij de meeste hangsloten, die thans
bij Arabieren, Perzen en andere Oostersche volken
in gebruik zijn, vindt men eveneens steek- en
schuif sleutels. Het sluitingssysteem berust hierbij
op eenige veeren, welker punten, wanneer zij in
ontspannen toestand zijn, het losse schuivende
deel, den beugel, in de slotdoos vergrendelen. De
sleutelgaten hebben een of anderen grilligen vorm,
overeenstemmend met den sleutelvorm. Door het
insteken van den sleutel worden de veerbladen
samengeknepen, zoodat hun eindpunten niet meer
31
I