tere deuren of stadspoorten. Zij worden in een bos
over den schouder gedragen en dikwijls geeft het
aantal sleutels de hoeveelheid graanschuren aan,
welke de drager bezit. De sleutels zijn verschillend
van vorm, soms recht, soms gebogen, sikkelvormig.
De vorm heeft eeuwenlang geen wijziging onder
gaan. Zij zijn veelal gemaakt van hard hout, hoe
wel er voorkomen, die van metaal vervaardigd
zijn. Ook heeft men sleutels gevonden (o.a. in de
graven van Luxor)waarbij de pennen van metaal
zijn en de handvaten van besneden ivoor.
De werking van deze sloten, hoe primitief in uit
voering ook, is werkelijk ingenieus en daar dit
slottype van 3 a 4000 jaar geleden de voorlooper
is geweest van een onzer meest gebruikelijke mo
derne sloten, volgt hier een korte verklaring van
werking en constructie, met een afbeelding ver
duidelijkt. Afb. 3 en 4. Het slot zelf bestaat uit
twee hoofddeelen, waarvan A, het slothuis, met
pennen op den binnenkant van de deur is vastge
maakt, terwijl B de horizontaal schuivende schoot
voorstelt en C de sleutel. In de deur, waarop een
dergelijk slot gebezigd wordt, is ter plaatse van het
rechtereinde van B een ovaal gat, zóó groot, dat
men daardoor de hand met den sleutel kan steken.
De sleutel wordt dan in het einde van schoot B ge
voerd en daarna opgelicht. De pennen, welke zich
op den sleutel bevinden, lichten hierdoor de sluit-
stiften in het slot omhoog, waardoor de breeklijn
24