deuren reeds van een slot voorzien. De grootste
beveiliging werd echter verkregen door de bewa
king, waarvan de Horerarius het hoofd was, die
als teeken zijner waardigheid de sleutels droeg.
Een zeer curieuze wijze van bewaring is in het
Oosten, zelfs heden nog, in gebruik. Zij wordt o.a.
nog toegepast door den Keizer van Annam (Ach-
ter-Indië, Malaya) ter bescherming van waarde
volle bezittingen, n.1. „De Krokodillenpoel".
Groote hardhouten blokken en boomstammen wer
den uitgehold, gevuld met schatten en sieraden,
en vervolgens met een deksel met kleizegels afge
sloten, om daarna bewaard te worden in een poel,
welke zich binnen de muren van het paleis bevond.
Deze poelen, door hooge muren omgeven, werden
bewaakt door reusachtige krokodillen, die op zeer
matig diëet werden gehouden, teneinde de nade
ring van elk levend wezen binnen die muren te
beletten. Wenschte men bij de schatten te komen,
dan werden de dieren bedwelmend gevoed of
gedood. Afb. 2.
Zoo werd naar allerlei vernuftige manieren ge
zocht, om zijn bezittingen veilig te. stellen.
Het is een feit, dat reeds lang voor het begin
van onze jaartelling in Egypte sloten en sleutels
bekend waren. Dit blijkt bij voorbeeld uit de
H. Schrift. In het Hooglied van Salomo, hoofd
stuk V, vers 3, leest men: „Toen stond ik op, om
mijnen vriend open te doen; mijne handen dropen
22