gebied een tip van den sluier te mogen op
lichten, door in een algemeene verhandeling te
toonen, hoe sloten zijn ontstaan, hoe zij gaandeweg
zijn verbeterd, en wat er heden op dit gebied is
bereikt. Ik deed dit in mijn in 1941 verschenen
boek „Sloten en Sleutels door de Eeuwen heen",,
waarin een algemeen beeld wordt gegeven van wat
er in den loop der eeuwen hieromtrent is tot stand
gekomen.
Toen het Bestuur van den Bond Heemschut mij nu
verzocht voor de Heemschutserie een boekje over
Nederlandsche sloten te schrijven, voelde ik mij
eenerzijds gevleid door de onderscheiding van
deze uitnoodiging, maar aan den anderen kant be
zwaard door de moeilijkheid, die de aanvaarding
daarvan zou meebrengen. Er valt namelijk over
oude Hollandsche sloten niet veel te schrij
ven, om de eenvoudige i;eden, dat er in het ver
leden in ons land niet veel sloten werden ver
vaardigd.
Wat hier op het gebied van hang- en sluitwerk
werd gebruikt, voerde men grootendeels in uit
Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Duitschland.
Daar komt nog bij, dat de betrekkelijk weinige
sloten, die in Nederland vroeger werden vervaar
digd, geen eigen type vertegenwoordigen, maar
velerlei overeenkomst vertoonden met in het bui
tenland gemaakte typen. Om dus een redelijk in
zicht in ons onderwerp te krijgen, is het noodig,
8