Zijlpoort tot de Geeregracht. Zij bood een ruime ge
legenheid tot wonen voor de „arbeytsluyden", die de
grootste categorie van de Leidsche bevolking uit
maakten. Een latere vergrooting, voorgesteld in 1669
kwam niet meer tot stand. Leiden had haar toppunt
bereikt en was op Amsterdam na gegroeid tot de
grootste stad van Holland.
Bij de wisseling van de eeuw werd er druk „getim
merd" in Leiden. Het stadhuis, het Gravensteen, het
Rijnlandshuis en het Weeshuis; allerwege meldt de
historie groote verfraaiingen. De stad veranderde in
die eeuw van aanzien en gaf een weerspiegeling van
de ruim vloeiende geldmiddelen en den toenemenden
kunstzin.
Het Raadhuis.
Verbouwingen van 1603, 1635, 1662.
Het raadhuis beleefde in deze eeuw nog driemaal
een vergrooting. De meeste der zoo fraaie, helaas
door noodlottigen brand vernietigde interieurs, waren
uit deze jaren. In 1603 werden enkele huizen aan
gekocht, waaronder het huis „de Helm". Nog in het
zelfde jaar volgde de uitbreiding aan de zijde van
de Koombrugsteeg, die, hoewel aansluitend aan den
stijl van den gevel, toch eenigszins afwijkend van
architectuur is. Op 25 Maart 1605 werd met de fun
deering begonnen, terwijl het gebouw 20 Mei onder
de kap was.
In 163 5 kwam wederom een vergrooting tot stand,
nu aan de zijde van de Maarsmanssteeg, naast de
vergrooting van 1455. Zij werd eveneens in den stijl
van den hoofdgevel gehouden. Op het dak kwam een
open vierkant koepeltje met een zonnewijzer, welke
door vele Leidenaars thans noode wordt gemist. De
64