Het Pesthuis.
Het pesthuis, dat in 1596 in het Ceciliagasthuis werd
gevestigd, gaf toen een welkome oplossing voor een
dringend vraagstuk. Het was echter niet voldoende
om aan de gevolgen van de pestjaren het hoofd te
bieden. In 1635 bouwde men daarom buiten de stad
een houten pesthuis, dat reeds in 1655 door een
groot steenen gebouw werd vervangen. Het is dat
merkwaardige 17e eeuwsche gebouw aan de Pesthuis
laan, dat thans voor legermuseum in gereedheid
wordt gebracht. Het heeft een binnenplaats met zui
lengalerij, waaruit helaas alle boomen, die een na
tuurlijke stoffeering ervan vormden, zijn verdwenen.
Tot voor kort was er nog een merkwaardige kapel, die
beurtelings bij den Katholieken en Protestantschen
eeredienst in gebruik was. De inventaris van deze
kerk is, te kwader ure, naar elders overgebracht.
We mogen ons er ongetwijfeld over verheugen, dat
voor dit gebouwencomplex zulk een passende en
blijvende bestemming is gevonden. Het hoofdgebouw
het eigenlijke pesthuis bestaat uit een aaneen
rijging van groote, goed verlichte zalen, welke zich
uitnemend leenen voor het legermuseum. Wanneer
in de toekomst de spoorbaan omhoog gebracht zal
zijn en daardoor de toegangswegen verbeterd zijn,
zal dit museum ongetwijfeld een groote aantrekkings
kracht voor stedeling en vreemdeling blijken te be
zitten, zooals het ook in de Doorwerth had. Al zijn
de nevengebouwen uit latere tijden niet erg fraai,
het geheel zal door een goede beplanting ongetwijfeld
aantrekkelijk worden en een aanwinst voor Leiden
beteekenen.
De Leidsche stadspoorten in de 17e eeuw.
De voortdurende stadsuitbreidingen maakten bouw
van telkens nieuwe stadspoorten noodig. Waar de
82