80 Overigens geniet men op die eilanden een bijna volko men vrijheid. Een gebod, om niet buiten de paden te gaan, bestaat niet. Maar de zwervers door het zooge naamde ongebaande duin kiezen toch al vanzelf de ge riefelijke stroopers- en jutterspaden. Over het algemeen zijn de vlakken en dellen stevig begroeid. Bij Den Haag is het eventjes anders. De Westduinen zijn voor ieder toegankelijk. Doch onder één voorwaar de: niet buiten de paden gaan.Om die voorwaarde kracht bij te zetten zijn de paden aan weerszijden beheind met prikkeldraad. Ten overvloede zijn ze ook nog gehard. De gevoelige natuurminnaar wordt hierdoor gekwetst. Maar als hij een beetje verstandig is, schikt hij zich in zijn lot. De paden zijn met veel overleg gekozen, leiden ook naar mooie toppen en langs mooie ruggen en men kan gemakkelijk het heele landschap overzien. Het prik keldraad wordt grootendeels verborgen door de dichte flora, waarvan men de bijzonderheden op het pad staan de kan bezien. Ondanks druk bezoek is het duin zelve rustig, zoodat tal van zangvogels en zelfs wulpen en eenden nestelen in het struweel. Eén ding is jam mer: de Haagsche plantsoendienst heeft gemeend de flora te moeten verrijken en wel met struikgewas, dat er niet thuis hoort. Dat de Gele Hoornpapaver is aangemoedigd en met succes ook, is echter volkomen in den haak. Deze Westduinen geven nu een mooi voorbeeld van de uiterste verzorging in ons Nationaal Park: behoud van de duinen met hun flora en fauna en tegelijk het toe laten van zooveel mogelijk bezoekers. Zelfs probeert men het daar, buiten de paden een zandwoestijntje toe te laten, waar kinderen graven en een stevige grashelling te componeeren, waar men kan liggen. Nu behoeven we gelukkig niet overal over te gaan tot deze uiterste verzorging en er zijn in het Hollandsch duin gelukkig groote uitgestrektheden, waar de wande laar zich vrijwel ongehinderd zal kunnen bewegen. Wel

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 96