hij had zeker ook wel ervaring van boeken. En je kunt
nooit weten hij probeerde het met den Zwarten Den.
Tegen alle verwachting in gelukte dat. Het bleek dat de
Zwarte Den althans hier in Nederland den zeewind niet
vreest en omtrent kalkgehalte zich ook geen buitenspo
rige zorgen maakt. Staring stierf in 1877. Van Starings
proefnemingen zijn in het Schoorlsche duin nog eer
biedwaardige en aangename overblijfselen te vinden:
goede beurten voor de naaldhoutteelt. Wij klagen dik
wijls en terecht over de kale dennenbosschen, den zuren
bodem alleen bedekt met dorre naalden en eenvormig
mos en hier en daar een enkele paddenstoel. Maar ga
dan eens in Schoorl naar een van Starings boschjes.
De stammen zijn voor zeventigjarige wel wat dunnetjes,
maar er is een heel mooie ondergroei met heele plekken
vol Rondbladig Wintergroen en Dennenorchis. De Den
nenorchis is een aankomeling: in 1880 in ons land het
eerst gevonden in het Leuvenumsche Bosch, omstreeks
1900 bij Havelte en bij Wijk aan Zee, in 1904 bij Olter-
terp; altijd in dennenbosschen. Men neemt aan, dat de
plantendeelen of zaden versleept zijn met plantmateri-
aal. Dat is niet onwaarschijnlijk. Maar even goed is het
mogelijk, dat de wind de fijne zaden gaandeweg uit De
nemarken en Sleeswijk-Holstein hierheen heeft gebracht
en dat die in onze, in den laatsten tijd zoo uitgebreide
dennenbosschen een geschikte kiemplaats vonden. Op
dezelfde manier kunnen'wij het optreden van het prach
tige Linnaeusklokje in de Drentsche en Friesche dennen
bosschen „verklaren". Op de Noordzee-eilanden is dat
beroemde plantje al gevorderd tot Borkum. Het zou mij
verheugen, als het zich nu ook in het Starings Museum
in de Schoorlsche bosschen kwam vertoonen. Maar niet
„aanplanten", dat zou in dit geval flauw zijn.
Toen nu de deugden van den Oostenrijker en den Cor-
sicaan zoo duidelijk bleken, was het hek van den dam
en op verscheidene plaatsen werden ze aangeplant. Ook
dacht men weldra niet meer alleen aan vastlegging van
73