de boomgroei ernstig belemmerd, o.a. doordat elzen en berken geen goeden kiembodem meer vonden. Na .het toenemen van de diepwatertechniek kwam er wel eenige tempering in den graad der verdroging, maar zij bleef voortduren en het phraeatisch oppervlak daalt nog steeds. Intusschen moet men niet vergeten, dat aan de duinen ook in versnelde mate water onttrokken wordt door de verbeterde drainage van de polders, door het Noordzee kanaal, de Haarlemmermeer, de zanderijen en de drai neering van de duinvlakten zelve ten behoeve van boschbouw, landbouw, veeteelt. Zoo zijn de duinen van Texel, waar nog geen drinkwaterleiding bestaat, ontwa terd door de Moksloot (sinds 1880) en door de draina ges voor het Staatsboschbeheer sinds 1895. Zoo ook op Terschelling. Er wordt wel eens bij wijze van troost gezegd: Ja, die ontwatering vernietigt de fraaie valleien, ons resten echter nog altijd de heuvels en de hellingen, waar plan ten groeien, die kunnen bestaan onafhankelijk van het grondwater. Men bedenke echter, dat het oppervlak van die geschonden valleien meer dan de helft is van het heele duin en dat deze verdroging het klimaat van het heele duin nadeelig beïnvloedt. De diepwatertechniek stuitte weldra ook op moeilijkhe den. De „zoetwaterzak" werd uitgepompt en daardoor kwam het zoute grondwater de hoogte in. De spaarpot slonk. Ettelijke diepe putten van de Haagsche en Leid- sche Waterleiding gingen brakkig water leveren, o, slechts een heel klein beetje brak, maar daar volgt heel spoedig brakker en zoutig water op. Want de menging- laag tusschen het zoete en zoute water is maar heel dun. Nu was Holland in last, maar men had het gevaar voor zien. Al lang had men ook begrepen, dat bij de toe neming der bevolking en de toeneming van het gebruik per persoon, de regen want daar komt het toch op 66

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1943 | | pagina 82